Voorzaaien

Hoe werkt het?

Zoals de naam al zegt: voorzaaien zorgt voor een voorsprong in de teelt van je gewassen.
Voorzaaien gebeurt binnen, de vensterbank van een raam met voldoende zonlicht is een mooie plaats, daardoor kun je al vroeger in het jaar beginnen met planten. Hierdoor krijg je een vroegere oogst en mooiere planten. Maar voorzaaien is niet altijd gemakkelijk: er zijn ook planten die er niet geschikt voor zijn, maar andere planten moet je in het Nederlandse klimaat juist voorzaaien.

De voordelen van voorzaaien

Midden in het seizoen plant je de gewassen meteen daar waar hij moet groeien.
Bij het voorzaaien laat je de planten eerst binnen in potjes, of in een zaaitray ontkiemen. Het is dan wel goed (maar ook nodig) om als het weer het toelaat de kiemplantjes overdag buiten te zetten, bij voorbeeld in een moestuinbak. Dan voorkom je dat ze te snel groeien en daardoor lange, slappe plantjes worden en zo krijg je mooie, sterke plantjes.
Zodra het weer het toelaat kunnen de plantjes naar de moestuin verhuizen.
Een ander voordeel van voorzaaien is dat je je teelt kunt vervroegen

Soms is voorzaaien noodzakelijk 

Het Nederlandse klimaat vraagt erom dat je bepaalde planten bijna wel moet voorzaaien.
Zo is bijvoorbeeld de teeltduur van knolselderij rond de 8 maanden, en dat is langer dan de Nederlandse zomer. Als je dus niet voorzaait, haal je de oogst niet voor het einde van de zomer. De rijpingstijd speelt ook een rol. Zo hebben tomaten, paprika en peper zon nodig om de de vruchten rijp en lekker van smaak te laten worden. Daarom is het belangrijk dat dit soort planten al begin van de zomer klaar zijn om vruchten te produceren. De zon heeft dan rond de 3 maanden de tijd heeft om ze te laten rijpen.
Tot slot nog een groot voordeel: door het voorzaaien voorkom je dat vogels de zaden op kunnen eten voordat ze hebben kunnen ontkiemen.

Voorzaaien: hoe doe je dat?

Je kunt het beste kiezen voor een raam aan de zuidkant van je woning. Daar komt namelijk het meeste zonlicht per dag binnen. Let wel op dat een te felle voorjaarszon achter glas te veel warmte kan veroorzaken. Op mooie lentedagen kun je je planten daarom het beste even op een koelere plek zetten, op de grond onder de vensterbank, of met karton of krantenpapier beschermen.

Zaai niet te dicht op elkaar en niet te diep. Voor kleine zaadjes is één centimeter al redelijk veel. Een diepte van 3 keer de doorsnee van het zaadje is meestal voldoende.

Zorg voor, naast voldoende licht ook voor voldoende vocht. maar niet te veel. Water geven gaat goed met een plantenspuit totdat de plant uitgekomen is. Daarna geef je de plant van onderuit water om de wortelgroei te stimuleren. Ook voeding is belangrijk, maar ook hier geldt: niet te veel.

Waar moet je op letten?

. Zet je gewassen niet te vroeg buiten

Geduld is een schone zaak, zet de gewassen niet te vroeg buiten. Zo rond half mei is een goede richtlijn, maar sommige gewassen kunnen wel al eerder naar buiten. Controleer voor de juiste tijd een zaaikalender, of de verpakking van het zaad. Het is wel goed om de plantjes te laten wennen aan hun nieuwe omgeving door ze voor het verplanten iedere dag even buiten te zetten. 

. Let op de zon

Binnenshuis komt de zon maar van één kant, daardoor gaan de planten binnen vaak schuin groeien. Planten groeien namelijk altijd naar de zon toe. Speciale groeilampen die het licht recht van boven kunnen laten komen is een optie. Maar het energieverbruik daarvan laat van de duurzaamheid van je eigen biologische teelt niet veel over. Simpeler is het om de kweekbakken regelmatig te keren. 

. Niet ieder gewas is geschikt om voor te zaaien

Voorzaaien is niet bij ieder gewas zinvol. Bepaalde planten houden er namelijk niet van om verspeend te worden. Denk daarbij aan radijs, wortel, pastinaak en rammenas. Bij het verplanten kan je niet voorkomen dat (een deel van) de worteltjes beschadigd wordt. En daar moeten deze planten het nou juist van hebben. Door het beschadigen van de worteltje kan het zijn dat je gewassen het na het naar buiten verzetten een weekje minder goed doen.

Kies voor kwaliteitszaden

Ga voor je zaden niet naar de supermarkt, maar gebruik kwaliteitszaden. Koop, als je dat belangrijk vindt, zaad dat speciaal ontwikkeld is voor de biologische teelt. Zo kies je voor zaden zonder gif en voor een gezondere bodem.
Koop je het zaad in een tuincentrum, let er ook op dat de zakjes niet verkleurd zijn, want dat kan er op duiden dat het al erg lang in de winkel ligt en dus overjarig is. Dat vermindert de kiemkracht.
En voor het voorzaaien van diverse peulvruchten is er deze tip van Piet: Boontjes zaaien

Top